Oefeningen MPN (antwoorden staan onderaan)

1.Van een monster wordt van de 1:100, 1:1000 en 1:10.000 verdunning in drievoud 1 ml ingezet op vloeibaar medium.
Het resultaat is:
1:100    : 2 positieve buizen
1:1000  : 1 positieve buis
1:10.000: 0 positieve buizen

Vraag: Wat is het MPN?

Gebruik de tabel.

2. In een monster zitten vermoedelijk 10.000 microorganismen per ml.

Vraag: Welke verdunningen moeten dan bij de MPN worden ingezet om een goed resultaat te kunnen aflezen in de tabel? of zonder tabel een schatting te kunnen maken?

3. Onderzoek drinkwater op coliformen. Drinkwater wordt in vijfvoud ingezet in de volgende volumes: 100ml, 10 ml em 1 ml.

Het medium is McConkeybouillon met een durhambuisje.

Het resultaat is:
100 ml:5 keer met gasvorming in durhambuisje.
10 ml: 3 keer gasvorming in durhambuisje.
1 ml: 0 buizen met gasvorming.

Vragen:

Wat is het MPN? Gebruik tabel.

Hoe werkt dit medium?

Antwoorden:

Oefening 1
In tabel staat bij 210 staat 0,7 (per ml).

De grootst ingezette hoeveelheid is 0.01 ml.

Dus MPN is nu 0,7 per 0,01 ml, is 70 per ml.

Oefening 2

Het principe van de MPN is net zo ver door verdunnen dat er ± 1 micro-organisme per ml in zit en in een buis belandt, dan zal in de ene buis wel en in andere buis geen bacterie terechtkomen, en in ene buis wel groei en in de andere buis geen groei te zien zijn. Je moet dus uitrekenen hoe vaak je moet verdunnen om 1 cel per ml te krijgen en hier de middelste verdunning van maken.
In dit geval 10.000 keer. Dus 1000 keer , 10.000 keer en 100.000 keer verdunnen.

Oefening 3

530 geeft 8 per ml (bij inzetten 1, 0,1 en 0,01 ml).

Maarrr ingezet is 100, 10 en 1 ml. Dus 8 in 100 ml.